
Hoe was jouw kennismaking met de zorg?
Angel: Mijn eerste stap in de zorg was al op mijn vijftiende. Toen werkte ik in de afwaskeuken bij Rosagaerde tegenover de Efteling. Daarna ben ik de opleiding MDGO-VZ gaan doen. Toen liep ik stage in een kraamgezin met een gehandicapt kind en dat bracht me ertoe om Verpleegkunde te gaan doen en te gaan werken bij stichting Prisma, die mensen begeleidt met een verstandelijke of maatschappelijke beperking. Na drie jaar werd me dat even te veel en ben ik gaan werken als groepsleider en manager in een kinderdagverblijf. Na verloop van tijd miste ik toch de zorg. Toen ze bij Elde Maasduinen vroegen of ik daar vast in dienst wilde komen, twijfelde ik geen moment. En nu zijn we twintig jaar verder. En blijf ik het een fantastische sector vinden.
Wat houdt je werk in?
Ik werk nu 28 uur per week als welzijnsbegeleider, miMakker en expert Leren & Ontwikkelen. Ik doe mijn werk met heel veel plezier, ook omdat ik via de organisatie de ruimte krijg om me te blijven ontwikkelen. Wat mij energie geeft, is dat ik mag bijdragen aan zingeving in de laatste levensfase van vaak dementerende mensen. Daarvoor heb je psychogeriatrische en palliatieve kennis nodig. Daarvoor heb ik ook opleidingen gedaan. De bewoners waar ik voor zorg, zitten op een gesloten afdeling, omdat ze een gevaar voor zichzelf of voor anderen kunnen vormen. Ze vertonen onvoorspelbaar gedrag. Dat gaat me aan het hart.
“Jezelf afstemmen op de ander doet wonderen”
Angel
Hoe blijft je werk boeiend?
Omdat ik de fysieke belasting minder goed aankon, ben ik me inmiddels meer gaan richten op het welzijn van bewoners. Daardoor ben ik ook de opleiding tot miMakker gaan doen, een belevingsgerichte vorm van contact maken. Ik reageer dan op de signalen die een bewoner aangeeft. Met lichaamshouding, uitdrukking en gebaren. Gekleed als clown ben ik een maatje, (een makker) kan ik allerlei rollen vervullen en zie ik dat het iets doet met mensen. Dat geeft veel voldoening. Ik ben ’s ochtends weleens moe, maar dat is meteen over als ik zie hoe bewoners me welkom heten. Mijn dag is helemaal goed als ik ’s middags een mevrouw ineens spontaan zie dansen bij het optreden van een zanger. Of als ik een hand krijg, en knipoog.
Hoe zorg je voor de eigen balans?
We hebben een werkgroep mentale vitaliteit. Daarin kunnen we stoom afblazen en delen we waar we tegenaan lopen. We praten in dat kwartier positief over het werk. Over jezelf en over de collega aan tafel. We bespreken hoe we elkaar kunnen ondersteunen en wisselen ervaringen uit. En er zijn regelmatig workshops en inspiratiedagen waar we op in kunnen tekenen. Wat ik ook fijn vind, is dat ik op de fiets naar huis lekker mijn hoofd kan leegmaken.
Waar zie je kansen voor de toekomst?
Ik denk dat er steeds meer mensen in facilitaire functies mogelijkheden zien om door te groeien in de zorg. Daar moeten we in investeren. Ook het Lefgozer-traject biedt kansen. Mensen uit een andere sector die wat levenservaring hebben, kunnen we goed gebruiken. Maar ook leerlingen uit het speciaal onderwijs kunnen we inzetten.
Welke kwaliteiten heb je nodig?
Je moet vooral openstaan voor de ander, jezelf durven laten zien en iemand zonder vooroordelen tegemoet treden. Ik merk dat ik als ik contact maak met de ander goed probeer af te stemmen en er te zijn voor de ander. Dat verlaagt de drempel. Als je flexibel bent en wilt leren, is er altijd wel een functie in de zorg die bij je past. Mijn advies: ga meelopen en stel vooral veel vragen.
Oktober 2023